Het geld van de toekomst/Samenvatting van Deel I
← |
Het geld van de toekomst ({{{page}}}) |
→ |
Geld is belangrijk. De manier waarop geld in een samenleving wordt geschapen en geadministreerd is van grote invloed op de waarden en verhoudingen binnen die samenleving. Zelfs specifieke emoties en gedragspatronen worden bevorderd—of tegengehouden—door de soort munteenheid die in een samenleving wordt gebruikt.
Ons heersende stelsel is een onbewust product van het wereldbeeld van het moderne Industriële Tijdperk, en het blijft de sterkste en meest volhardende ontwerper en bevorderaar van de waarden en heersende emoties van dat Tijdperk. Al onze nationale munteenheden maken het bijvoorbeeld gemakkelijker om economische handelingen te verrichten met onze medeburgers dan met ‘buitenlanders’ en bevorderen daardoor het nationale bewustzijn. Evenzeer waren deze munteenheden ontworpen om concurrentie tussen haar gebruikers te bevorderen, in plaats van samenwerking. Geld is ook de verborgen motor van de eeuwigdurende tredmolen van groei, die het handelsmerk van industriële samenlevingen is geworden. Ten slotte moedigt het huidige stelsel individuele verrijking aan en worden degenen die dat gebod niet volgen meedogenloos gestraft.
Na eeuwen van bijna volledige hegemonie van onze ‘gewone’ nationale munteenheden (US dollar, gulden, yen, Duitse mark) als het exclusieve middel voor economische ruilhandelingen, heeft het afgelopen decennium echter een hernieuwde opkomst laten zien van verschillende vormen van particuliere munteenheden.
Om te beginnen wordt nu bijna een kwart van de wereldhandel gedaan door middel van barter, dat wil zeggen dat er helemaal geen nationale of andere munteenheid wordt gebruikt. Pepsi Cola bijvoorbeeld haalt zijn winst uit Rusland in de vorm van wodka, die het dan in de VS en Europa verkoopt tegen kasgeld. De Fransen hebben atoomcentrales in het Midden Oosten gebouwd tegen betaling in olie. In aanvulling daarop krijgen nieuwe vormen van ondernemingsgeld vaste voet, zoals de verschillende Frequent Flyersystemen, waarin in toenemende mate punten of ‘miles’ kunnen worden verdiend met en worden gebruikt voor andere diensten dan vliegtickets (hotels, cadeaus enz.). Dit zijn opkomende munteenheden voor de ‘internationale reizende elite’. Verder achter de horizon van het officiële stelsel ligt de opmerkelijke en explosieve groei van diverse soorten complementaire munteenheden. Per januari 2000 zijn er meer dan 2500 systemen van plaatselijke munteenheden werkzaam in ruim tien verschillende landen, waarvan 400 alleen al in het Verenigd Koninkrijk.
Wat betekent dit allemaal?