Het geld van de toekomst/Canadese prototypes

Uit Aardnoot
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

LETS

Het geld van de toekomst (211)
Bernard Lietaer

Verenigd Koninkrijk

In 1983 hadden Michael Linton en David Weston in Vancouver, Canada, een heel eenvoudige maar doeltreffende manier ingevoerd om de weinige overgebleven dollars die in gemeenschappen met hoge werkloosheid circuleerden, op te rekken. Zij richtten een plaatselijk non-profitbedrijf op dat een wederzijds kredietsysteem organiseert, en welks enige onmisbare bezit een personal computer was. Het is een organisatie met leden en men betaalt een klein entreegeld om de kosten van oprichting te dekken.

Vlak na deze pilotperiode ontstond door jaren van overbevissing in de noordoostelijke provincies van Canada de plotselinge noodzaak om visquota in te stellen om te proberen de visvoorraden aan te vullen. Even plotseling bracht dit hele visserijdorpen in de maritieme provincies tot stilstand. Voorheen welvarende dorpen stonden ineens aan de rand van de afgrond, met 30 tot 40% werkloosheid. Het LETS-model werd een manier om de crisis aan te pakken.

Laten we Amy eens volgen, die besloten heeft deel te nemen in haar plaatselijke LETS-Happyville-systeem nadat ze haar entreegeld van vijf dollar en lidmaatschapsbijdrage van tien dollar betaald heeft.51 Amy’s rekening begint met een stand van nul. Op het (elektronische en/of fysieke) mededelingenbord ziet ze dat Sarah autoaccessoires aanbiedt en dat John de plaatselijke tandarts is die in dat systeem meedoet. Ze ziet ook dat Harold versgebakken volgranenbrood wil hebben. Amy ziet in al deze dingen potentiële handel. Ze onderhandelt met Sarah om haar auto op te knappen voor 30 ‘groene dollars’ en 20 dollar kasgeld voor nieuwe bougies. Ze krijgt haar behandeling van tandarts John voor 50 ‘groene dollars’ en 10 dollar kasgeld. Zij komt met Harold overeen dat zij hem deze week twee broden levert voor 10 ‘groene dollars’ en merkt dat hij ook nog wat groente uit haar tuin wil hebben voor nog eens 30 ‘groene dollars’.

Het kasgedeelte wordt door alle deelnemers direct afgehandeld, net als bij een gewone handelstransactie, en alleen de ‘groene dollars’ worden per telefoon of met een briefje aan het LETS-systeem gemeld. Uiteindelijk krijgt Amy dat wat zij nodig heeft voor slechts 30 dollar aan kasgeld, terwijl de totale waarde van de goederen en diensten 110 dollar bedraagt. Zij is ook nog eens 40 ‘groene dollars’ aan de gemeenschap als geheel schuldig. De ‘groene dollars’ zijn geen schaarse munteenheid; zodra mensen een transactie overeenkomen is het geld beschikbaar. Evenmin stellen ze de deelnemers tegenover elkaar op de manier zoals normale dollars dat doen (denk aan het elfde schijfje!). In de meeste systemen is over het tegoed geen interest van toepassing. Tot slot is de informatie over het debet- of credittegoed dat elk individu heeft uitstaan voor alle deelnemers beschikbaar, zodat er een zelfregulerend proces is om misbruik van het systeem te vermijden door te proberen onredelijke debets te verzamelen.

Op dit moment zijn er in Canada 20 tot 30 LETS-systemen werkzaam.

LETS werd echter veel groter in het Verenigd Koninkrijk dan in het land van oorsprong. Vanuit het Verenigd Koninkrijk verspreidde het zich over een tiental andere landen, vooral in gebieden waar hoge werkloosheidsniveaus waren.