Het geld van de toekomst/Casestudy’s
← | → |
Er zijn veel historische en eigentijdse voorbeelden van dit proces. Hele landen hebben dit proces doorgemaakt, met rampzalige gevolgen. We kunnen diverse voorbeelden in Latijns-Amerika noemen, waar politieke instabiliteit er niet alleen toe geleid heeft dat buitenlanders hun geld uit het land terugtrokken, maar waar de burgers zelf ook niet in hun eigen land wilden investeren (bijvoorbeeld Peru, Bolivia of Argentinië in de jaren zeventig). Werkloosheidsniveaus rezen de pan uit en interne migranten trokken massaal naar de grote steden in de hoop daar banen te vinden—die daar ook niet waren. Hun afstammelingen wonen nog steeds in de barrios, barriadas, villas, favelas en andere krottenwijken. Nog veelzeggender is hoe veel Afro-Amerikanen zich in minder dan twee generaties verzamelden in de sloppen van de grootste steden in het noorden van de Verenigde Staten.23 Na de mechanisering van het katoenplukken in het Zuiden werd de zwarte bevolking voor het eerst economisch irrelevant. Het gevolg: ‘Er begon een van de grootste en snelste interne verplaatsingen van mensen in de geschiedenis.’24 Tussen 1950 en 1970 migreerden meer dan vijf miljoen zwarte mannen, vrouwen en kinderen van het Zuiden naar de grote industriesteden in het Noorden, op zoek naar banen. Een generatie later slaagde een belangrijke minderheid erin om voordeel te halen uit de afnemende greep van rassendiscriminatie en werden zij middenklasse Amerikanen. Maar miljoenen mensen geraakten in een neerwaartse spiraal: van economische uitsluiting naar geweld en angst, van extreme politieke posities naar platgebrande woonwijken waarin niemand wil investeren. Deze wijken brengen voort wat nu de onderklasse wordt genoemd—een voortdurend werkloos gedeelte van de bevolking die aan de rand van de samenleving leeft, waar de enig overgebleven keuzes zijn om sociale steun te trekken of een leven te leiden in de onderwereldeconomie van drugs en misdaad.
Dit kan heel goed de blauwdruk zijn van wat er gebeurt met arbeiders in de Eerste Wereld, als de technologie belangrijke gedeelten van de bevolking overbodig maakt. Het grote verschil is dat het Informatietijdperk dat proces geografisch universeel zou maken. Dan zijn we allemaal een potentieel slachtoffer.
Dit beeld kan wellicht te somber lijken. Racisme was immers een verergerend element. Maar deze case-study geeft een grimmig beeld van wat normaal gesproken binnen dit raamwerk gebeurt wanneer grote groepen mensen economisch onbelangrijk worden, in ieder geval zolang we binnen het raamwerk van het bestaande geldstelsel blijven.