Het geld van de toekomst/De vooruitziende blik van Keynes
← | → |
John Maynard Keynes voorspelde meer dan zestig jaar geleden in zijn Essay on Persuasion20 met een opmerkelijk vooruitziende blik, dat er een tijd zou komen waarin het productieprobleem zou zijn opgelost, maar dat de overgang waarschijnlijk pijnlijk zou zijn:
‘Als het economische probleem (het productieprobleem) is opgelost, zal de mensheid beroofd zijn van haar traditionele doel. (…) Voor de eerste keer sinds zijn schepping zal daarom de mens het hoofd moeten bieden aan zijn echte, zijn permanente probleem. (…) Er zijn geen landen of mensen, denk ik, die zonder enige vrees vooruit kunnen kijken naar een tijdperk van nietsdoen en overvloed. Het is een beangstigend probleem voor de gewone mens, zonder speciale gaven om zichzelf bezig te houden, vooral als hij geen wortels meer heeft in de gewoonten of in de geliefde conventies van een traditionele samenleving.’
Het teken hangt aan de wand: we zitten nú in die kritieke toestand.
Zo lang als men in de geschiedenis kan teruggaan, hebben mensen zich geïdentificeerd met hun baan. We beschrijven onszelf nog steeds als steenhouwer, hoogleraar, bankier, computerexpert. Feitelijk zijn veel van onze gewone familienamen afgeleid van diverse banen en beroepen: De Smid, Molenaar, Paardekoper en dergelijke benamingen in levende of dode talen. Dit gaat helemaal terug tot het stenen tijdperk. Op de vroegste Soemerische schrijftabletten duidde de schrijver zich aan als ‘Zo-en-zo, de Klerk’.
Als Keynes gelijk heeft zullen we, voor de eerste keer in de geschiedenis, gedwongen worden onszelf opnieuw uit te vinden, om andere manieren te vinden om aan te geven wie we zijn. We zullen ons niet langer kunnen aanduiden met deze ‘productienamen’. Met andere woorden, we zullen gedwongen worden een andere identiteit te zoeken, andere redenen die ons leven zin geven. Keynes concludeerde dat er ‘geen landen of mensen zijn die zonder enige vrees vooruit kunnen kijken’ naar deze ongekende historische verschuiving.
Bovendien was Keynes niet de enige die zulke problemen voorzag. Ook Norbert Wiener, de vader van cybernetics, was een van de eersten die ons waarschuwde voor de sociale gevolgen van computers: ‘We moeten beseffen dat de automatische machine (dat wil zeggen computergestuurde productiemiddelen) de exacte economische gelijke is van slavenarbeid. Alle arbeid die concurreert met slavenarbeid moet de economische condities van slavenarbeid aanvaarden. Het is geheel duidelijk dat dit een situatie van werkloosheid zal scheppen, vergeleken waarmee de huidige recessie en zelfs de depressie van de jaren dertig een leuke grap zal lijken te zijn.’21
Maar zijn er al niet enkele tekenen die ons aangeven hoe dit eruit zal zien?