Het geld van de toekomst/Een munteenheid voor gezondheidszorg in Japan
← |
Curitiba: de Braziliaanse stad die de Derde Wereld achter zich liet |
→ |
De Japanse bevolking is de op een na snelst verouderende ter wereld. Er zijn al 800.000 gepensioneerden die regelmatig hulp nodig hebben en nog eens een miljoen gehandicapten, en het Japanse ministerie van Gezondheid voorspelt in de nabije toekomst een grote toename van deze aantallen. Om dit snel opkomende probleem het hoofd te bieden hebben de Japanners een nieuw soort munteenheid voor gezondheidszorg ingevoerd.97 In dit systeem worden de uren die een vrijwilliger besteedt aan het helpen van oudere of gehandicapte mensen bij hun dagelijkse activiteiten, aan de ‘tijdrekening’ van die vrijwilliger toegevoegd. Deze tijdrekening wordt net zo behandeld als een spaarrekening, behalve dat de rekeneenheid uren dienstverlening is in plaats van yen. De tegoeden op een tijdrekening staan ter beschikking om gewone programma’s voor gezondheidszorg aan te vullen.
Verschillende soorten taken hebben een verschillende waarde. Een maaltijd die bijvoorbeeld tussen 9 uur ‘s morgens en 5 uur ‘s avonds wordt opgediend, heeft een lagere waarde dan de maaltijden buiten die tijden; huishoudelijke activiteiten en winkelen hebben een lagere waarde dan persoonlijke verzorging. Dit was de munteenheid die ten grondslag lag aan het verhaaltje van ‘De pensioenvoorziening van meneer Yamada’ in hoofdstuk 1.
Deze tijdstegoeden voor gezondheidszorg staan gegarandeerd ter beschikking van de vrijwilligers zelf of van iemand anders die zij aanwijzen, binnen of buiten de familie, wanneer zij ooit soortgelijke hulp nodig hebben. Elektronische transferdiensten zorgen ervoor dat de tijdstegoeden beschikbaar zijn voor zijn of haar ouders overal elders in het land. Veel mensen doen alleen maar het vrijwilligerswerk en hopen dat ze de uren nooit zelf nodig zullen hebben. Anderen zijn niet alleen vrijwilliger maar geven hun tijdstegoeden ook weg aan mensen die die uren goed kunnen gebruiken. Voor die mensen verdubbelt dat de waarde van hun tijd. Het werkt als een gelijkwaardige subsidie: voor ieder uur dienstverlening bedraagt de zorg die aan de samenleving wordt gegeven twee uur.
Nog belangrijker is dat dit soort dienstverlening ook door de bejaarden zelf wordt geprefereerd, omdat de zorgkwaliteit van de dienst hoger blijkt te zijn dan die ze krijgen van de met yen betaalde professionele zorgverleners. Hureai Kippu (‘Zorgzame Relatiekaartjes’), zoals deze munteenheid ook wel genoemd wordt, is een goede benaming. Het geeft ook een betere emotionele ruimte voor de bejaarden, die anders schaamte zouden voelen om gratis hulp te vragen.
De Japanners geven ook aan dat er een belangrijke toename is van vrijwillige hulp, zelfs van mensen die niet de moeite nemen om een tijdrekening te openen. De reden kan zijn dat in dit systeem alle vrijwilligers zich meer gewaardeerd voelen. Dit moet de zorg wegnemen dat er geen onbetaalde vrijwilligers meer zouden zijn omdat andere vrijwilligers met een complementaire munteenheid worden betaald.
Sinds het einde van 1998 zijn er in Japan meer dan 300 gemeentelijke systemen voor tijdtegoeden voor gezondheidszorg, die vooral gemanaged worden door particuliere initiatieven zoals het Sawayaka Welfare Institute of de ‘Wac Ac’ (‘Wonderful Aging Club, Active Club’) en het Japan Care System (een non-profitorganisatie met enige financiering van de overheid).
Samengevat kunnen we zeggen dat de Japanse munteenheid voor gezondheidszorg bewezen heeft, zowel beter kosteneffectief als meer meevoelend te zijn dan het systeem dat in het Westen overheerst. Nu de VS en Europa op het punt staan een identieke trend van een verouderende bevolking mee te maken, waarom zou er dan niet van de Japanse ervaring geleerd kunnen worden?