Het geld van de toekomst/Een scorekaart
← | → |
De duidelijkste manier om te laten zien wat er met de waarde van uw geld is gebeurd, is te kijken naar wat het op dagbasis kan kopen. In de afgelopen paar jaren hebben de meeste munteenheden zoveel van hun waarde behouden dat sommige mensen beweren dat geldontwaarding (‘inflatie’ in het technisch taalgebruik) nu voor altijd voorbij is. Maar voor we die conclusie accepteren is het de moeite waard om dit eens over een langere termijn te bekijken, stel vijfentwintig jaar.
Laten we eens naar de scorekaart kijken. Kijk bijvoorbeeld eens naar de prestatie van de Duitse mark, de meest ‘stabiele’ munteenheid sinds de Tweede Wereldoorlog, over de laatste twee decennia. Als u sinds 1971 DM 100 onder uw matras hebt verborgen, dan laat de volgende tabel zien dat de koopkracht tegen het einde van 1996 gedaald is tot DM 42,28175. Met andere woorden, zelfs de best presterende munteenheid ter wereld heeft in die periode de helft van zijn waarde verloren.
Op dezelfde wijze is CHF 100 van twintig jaar geleden, in 1996 slechts CHF 39,79 waard. De koopkracht van US $100 is nu slechts US $24,72; van £100 slechts £12,57, enzovoort.
Als u woont in | Munt | De waarde in 1996 van uw munteenheid (1971 = 100) | Positie binnen de 108 belangrijkste munteenheden ter wereld | |
---|---|---|---|---|
Duitsland | Duitse mark | 42 | ,28 | 1 |
Zwitserland | Zwitserse franc | 39 | ,79 | 3 |
Japan | Japanse yen (¥) | 33 | ,24 | 11 |
Verenigde Staten | Amerikaanse dollar ($) | 24 | ,72 | 17 |
Canada | Canadese dollar | 22 | ,26 | 23 |
Frankrijk | Franse franc | 19 | ,48 | 31 |
Australië | Australische dollar | 15 | ,11 | 46 |
Verenigd Koninkrijk | pond sterling (£) | 12 | ,57 | 55 |
Italië | lire | 8 | ,65 | 68 |
Spanje | peseta | 7 | ,77 | 69 |
Mexico | peso | 0 | ,066 | 101 |
Brazilië | cruzeiro-cruzado-real | 0 | ,000 | 108 |
Soms kan inflatie helemaal uit de hand lopen, met desastreuze gevolgen voor de samenlevingen die daaronder moeten lijden (zie kader).
Het intelligent beheren van spaargelden komt daarom neer op het verdelen van gelden over de drie klassieke belangrijkste waardesoorten: onroerend goed, aandelen en obligaties. In het afgelopen decennium is daar een nieuwe belangrijke waardesoort bijgekomen: vreemde valuta. Enkele woorden over de met verloop van tijd veranderende rol van elke waardesoort kan deze ontwikkeling verduidelijken.
Geld kan op veel manieren in de fout gaan. De ergste vorm is hyperinflatie, de extreme vorm van inflatie waarbij munteenheden bijkans waardeloos worden. Als een rijk door kosten of prestige gedwongen werd om te veel geld te scheppen, zijn sociale onrust en zelfs het ineenstorten van dat rijk het resultaat geweest. Soemerië, de oudste historisch goedgedocumenteerde stadstaat, stortte in toen voortdurende oorlogen met zijn buurlanden in 2020 v.C. hyperinflatie veroorzaakten. Na de dood van Alexander de Grote, toen enorme roofschatten uit Perzië mee naar huis werden genomen, ontstond er hyperinflatie en werd het eens machtige Griekse Rijk vernietigd. Hetzelfde gebeurde 3500 jaar later met het Spaanse Rijk toen het goud en zilver dat in de Nieuwe Wereld werd geroofd door Spanje werd geïmporteerd. Hyperinflatie is nog steeds in veel landen een plaag. De meer extreme voorbeelden gedurende de vorige eeuw zijn onder andere: Duitsland in de jaren twintig, Latijns-Amerika in de jaren zeventig en tachtig, Joegoslavië in 1989/’91 en Rusland in 1991/’92 en opnieuw in 1998. In al deze gevallen heeft hyperinflatie tot serieuze sociale en politieke onrust en soms tot oorlog geleid. |