Het geld van de toekomst/Enkele verschillen verduidelijken

Uit Aardnoot
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De stelsels van vandaag

Het geld van de toekomst (210)
Bernard Lietaer

LETS

Voor we enkele van de huidige voorbeelden van niet-traditionele munteenheden gaan beschrijven, is het belangrijk enkele verschillen in geld te verduidelijken. In een gedeelte van de literatuur over nieuwe munteenheden is soms verwarring ontstaan tussen barter en complementaire munteenheden. Soms wordt barter foutief beschreven als: elke ruil die niet verloopt door middel van de ‘normale’ nationale munteenheid. Per definitie is barter: de ruil van goederen of diensten zonder enige vorm van geld. Barter vereist dat de twee betrokken mensen elk iets hebben dat de ander wil hebben. In technische termen moeten de partijen ‘overeenkomstige behoeften en middelen’ hebben. Dit vormt een sterke beperking voor een vloeiend verloop van de ruil en dit is ook de belangrijkste reden waarom geld als ruilmiddel werd uitgevonden.

Daarentegen betreft een complementaire munteenheid: een overeenkomst binnen een gemeenschap om een niet-nationale munteenheid als ruilmiddel te aanvaarden. Zulke munteenheden worden complementair genoemd omdat het niet hun bedoeling is de conventionele nationale munteenheid te vervangen, maar sociale functies te vervullen waarvoor de nationale munteenheid niet ontworpen was om die te vervullen. Het is ook complementair omdat de meeste deelnemers de normale nationale munteenheid en een complementaire munteenheid tegelijkertijd gebruiken.

Een ander nuttig onderscheid is dat tussen fiat-geld en wederzijdse kredietmunten. Een fiat-munt, zoals we al eerder (in hoofdstuk 2) zagen, is een munteenheid die door een autoriteit uit het niets wordt geschapen. Al onze nationale munteenheden bijvoorbeeld (inclusief de euro) zijn fiat-munten. Daarentegen zijn wederzijdse kredietmunten door de deelnemers zelf geschapen door middel van een gelijktijdige debet- en credithandeling. Een meer gedetailleerde beschrijving van hoe zulke munteenheden werken zal hierna worden gegeven voor het geval van LETS of Tijddollars, beide wederzijdse kredietmunten. Thomas Greco vond al verwijzingen naar zulke wederzijdse kredietstelsels in koloniaal Massachusetts. Wederzijdse kredietmunten zijn gewoon een monetaire formalisering van de traditie om elkaar te helpen, zoals die in bijna alle traditionele samenlevingen is ingebouwd. In Zuid-Frankrijk bijvoorbeeld werd dit aller aux aïdats genoemd, en in Ierland meithal.

Deze definities zullen helpen bij het herkennen van de soorten munteenheden die wederkerigheid en samenwerking bevorderen in plaats van die te vernietigen. Complementaire munteenheden, in het bijzonder die van wederzijdse kredieten, hebben bewezen effectief te zijn in het bereiken van dat doel. Dat is zo omdat zij, in tegenstelling tot fiat nationale munteenheden, compatibel zijn met een geschenkeneconomie. Zelfs leiden ze spontaan tot een wedergeboorte van een traditie van spontane hulp tussen buren.

Tot slot is het opmerkelijk dat geen van deze munteenheden die zo effectief zijn in het bevorderen van gemeenschapszin, rentedragend is. Rente is het verborgen mechanisme waarvan we hebben aangetoond dat het concurrentie in plaats van samenwerking onder de deelnemers genereert (‘Het elfde schijfje’ in hoofdstuk 2).