Het geld van de toekomst/Europa

Uit Aardnoot
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Munteenheden voor regionale ontwikkeling

Het geld van de toekomst (223)
Bernard Lietaer

Japan

De Europese Commissie (DGV) heeft mede bijgedragen aan de financiering van vier regionale pilotprojecten, gezamenlijk de ‘Barataria’-projecten genoemd (beschreven op website www. barataria. org). De vier prototypes werden bewust gekozen wegens de verschillende aard van elk. Het zijn:

  1. het Schotse SOCS (http://www.socsystem.org.uk);
  2. het ROMA-project in het gebied van Connaught, Ierland;
  3. Amstelnet in Amsterdam, Nederland (http://amstelnet.nl);
  4. het ‘3er Sector’-project, georganiseerd door de non-profitorganisatie La Kalle in het Vallecas-district bij Madrid, Spanje.

De eerste twee werden ontwikkeld op het platteland terwijl de laatste twee voor stadsbewoners zijn. Het Ierse systeem is een papieren munteenheid, de andere drie zijn puur elektronisch geld. In alle gevallen zijn de normale belastingen verschuldigd over transacties in lokale munteenheid, inclusief de btw. Een paar woorden over elk systeem geeft enig inzicht in de brede toepassingsmogelijkheden.

  1. Het Schotse experiment is een bewerking van het WIR-voorbeeld, aangepast voor het doel van regionale ontwikkeling. Het werd in 1997 opgezet door Ruth Anderson van het Scottish Rural Platform. Het lidmaatschap van het SOCS-systeem is beperkt tot organisaties als ondernemingen, overheidsinstellingen en non-profitorganisaties. Elk lid heeft een interestvrije (niet-gegarandeerde) kredietlijn, die vastgesteld wordt op basis van het aantal handelspartners en het volume. Aanvullend krediet kan worden verleend als de organisatie zekerheden kan stellen (gegarandeerde kredietlijn). De SOCS-ledenlijst wordt bijgehouden op een website alsmede periodiek in gedrukte vorm. Betalingen worden gedaan in cheques, maar voor de toekomst worden ook andere middelen voorzien. De contributie moet per kwartaal betaald worden en dient ter dekking van de administratieve overheads en een reserve voor kredietrisico.
  2. Het Ierse experiment is werkzaam in wat in Ierland de ‘Zwarte Driehoek’ wordt genoemd, de regio die grenst aan County Mayo en Roscommon, waar de economische achteruitgang zelfs voortduurde terwijl de rest van het land in de jaren negentig een hoogconjunctuur meemaakte. Het is een gebied met een lage bevolkingsdichtheid en een afnemende bevolking (ongeveer 25.000 mensen), verspreid over veel kleine boerderijen. De rekeneenheid is de ROMA, uitgegeven sinds januari 1999, en het werkt als een LETS-systeem maar met vrij strenge kredietregels. Bij dit project is Richard Douthwaite betrokken, de schrijver van Short Circuit: Strengthening Local Economies for Security in an Unstable World.63 Dit boek laat op overtuigende wijze de redenen zien waarom een bepaalde regio haar eigen munteenheid zou moeten scheppen.
  3. Amstelnet is een initiatief van de Stichting Strohalm in Amsterdam. Het gebied heeft bijna de grootste bevolkingsdichtheid ter wereld. Het is een zakelijk netwerk voor ondernemingen, beroepsbeoefenaren en organisaties en gebruikt de ‘Amstelnet Eenheden’ (AE, gelijk aan één gulden) als rekeneenheid en als betaalmiddel. De Stichting Strohalm, een non-profitorganisatie, richt zich vooral op onderzoek en invoering van niet-traditionele munteenheden. Zij is nu een decennium actief, heeft in 1999 een volledige staf van 47 mensen en pioniert met verschillende andere projecten in Nederland.
  4. Tot slot het Spaanse ‘La Kalle’-project, ingevoerd in Vallecas bij Madrid. Met 200.000 inwoners is dit de grootste regio van de werkende klasse in het land. De rekeneenheid is de BICS, gelijk aan 100 peseta. Interestvrije leningen zijn automatisch beschikbaar tot een bedrag van 50.000 peseta en, na goedkeuring door een kredietcommissie, voor grotere bedragen. Een van de van toepassing zijnde regels is dat ten minste 25% van elke transactie in BICS-eenheden voldaan moet worden.