Het geld van de toekomst/Gevolgen voor banken en financiële diensten
← | → |
Vanaf de jaren tachtig ondervonden de banken dat zij gedwongen werden nieuwe gebieden van zakendoen op te zoeken, geheel andere functies gingen vervullen en andere concurrenten het hoofd moesten bieden. In plaats van geld te verdienen aan de marge tussen spaardeposito’s van klanten en leningen aan ondernemingen, doen banken nu aan ‘financiële dienstverlening’. De gebieden waarop ze de grootste winsten maken zijn waarschijnlijk creditcards, valutahandel, handel in derivaten, securizatie, gespecialiseerde verzekeringsproducten of andere exotische ‘financiële producten’ die ontworpen zijn om zowel aan individuen als aan ondernemingen verkocht te worden.
Naarmate het internet meer gebruikers vindt, brengt dit een tweede golf computerisering met zich mee, inclusief Open Financiële Diensten. ‘Open Financiën’ wordt door Forrester Research gedefinieerd als: ‘steeds meer welvarende klanten die de beste financiële diensten willen combineren met gemakkelijk elektronisch geldverkeer. Open Financiën betekent het gebruiken van technologie om de dure financiële dienstverlening die nu door de rijken wordt genoten, uit te breiden naar het gewone investerende publiek.’89 Dit opent een hele serie nieuwe kwesties voor iedereen, waaronder de belastingautoriteiten (zie kader).
Met de Internet Tax Freedom Act van de Amerikaanse regering van oktober 1998 werd een driejarig moratorium afgekondigd op de belastingheffing op alle transacties op het internet. Maar zelfs als dit moratorium is verlopen, beloven de vragen die voortkomen uit belastingheffing in cyberspace verre van triviaal te zijn:
Ik stel dat het uiteindelijke antwoord zal zijn dat het gehele belastingstelsel fundamenteel heroverwogen moet worden. Belastingen in het Industriële Tijdperk waren die op arbeid (hetgeen vanuit een werkgelegenheidsstandpunt bezien contraproductief is), inkomen, verkopen of toegevoegde waarde (waarbij de eerste een inbreuk op de privacy betekent en de laatste sociaal regressief is; beide zijn bovendien in de cyberspace steeds moeilijker vast te stellen en te innen). Belastingen in het Kennistijdperk zullen de belastingen zijn die relatief gemakkelijk zijn vast te stellen en te innen en die een extra sociale prikkel of prikkel tot duurzaamheid geven, zoals: belasting op vervuiling en op het gebruiken van land, energie of niet-vernieuwbare middelen. Zelfs vanuit een theoretisch economisch standpunt is deze benadering zinvoller, overwegende dat deze belastingen de echte ecologische kosten duidelijk maken, die in het huidige marktsysteem niet worden meegenomen. Zo’n systematische overdracht van de belastingbasis is reeds begonnen in enkele landen die vooruitdenken, zoals Nederland. |
In Open Financiën zullen de winnende instellingen díé financiële instellingen zijn die zich op het net hebben gepositioneerd om waarde te verhandelen, in plaats van alleen maar nationale munteenheden. Als zij bijvoorbeeld in staat zijn niet-traditionele munteenheden zonder problemen te behandelen, als aanvullend betaalsysteem op nationale munteenheden, zal dat een belangrijk voordeel zijn. Betaalsystemen die proberen alleen in nationale munteenheden te handelen zullen structureel in het nadeel zijn. Wat denkt u van het zenden van een e-mail naar uw dochter die in een vreemd land gestrand is, met als bijlage een paar euro’s en een paar Frequent Flyer Miles zodat ze een vliegticket naar huis kan kopen? Of van iets op het net te betalen met een mengeling van euro’s en ondernemingsgeld of complementaire munteenheid? Cendant90 gebruikt al gemengde betalingen van dollars en zijn eigen ‘netMarketCash’, zoals Tesco dat doet met haar Clubcard-tegoeden.91 De eerste smartcards met gemengde munteenheden voor betalingen in een mix van dollars en complementaire munteenheid werden in 1997 in Minneapolis getest (zoals we zullen zien in hoofdstuk 7).
Dit alles moge vreemd lijken in het gebruikelijke denkpatroon van de nu gevestigde marktleiders.
Maar zoals Eric Hoffer het zegt: ‘In tijden van verandering zullen zij die bereid zijn om te leren, de wereld erven, terwijl zij die denken dat ze het weten, prachtig in staat zullen zijn om te gaan met een wereld die heeft opgehouden te bestaan.’