Het geld van de toekomst/Hoofdstuk 2. Het geld van vandaag
← | → |
‘De studie van het geld is, meer dan alle andere gebieden van de economie, de studie waarin complexiteit gebruikt wordt om de waarheid te verbergen of te omzeilen, niet om de waarheid te onthullen.’
|
‘Wat de mens van dieren onderscheidt is geld.’
|
‘Het enige wat geld niet kan kopen is betekenis.’
|
‘Mam, mag ik wat geld hebben om in de winkel wat snoep te kopen?’ Onze eerste ervaring met geld leert de meesten van ons dat het een noodzakelijk middel is om in winkels dingen te kopen. We accepteren dat met het opnamevermogen van een onschuldig kind, onbewust van het mysterie achter de transactie.
Naarmate we ouder worden raken we bekend met veel geheimen van volwassenen. We leren waar baby’s vandaan komen en nemen deel aan dat proces. We leren dat alle levende dingen ooit doodgaan en zijn getuige van de dood van een familielid, een vriend of misschien een huisdier. We leren hoe onze overheid werkt en wie de regels maakt waar we ons aan dienen te houden.
En toch blijft een van de centrale mysteries van ons leven als sociaal wezen—geld—voor bijna iedereen volledig verborgen. De meeste mensen denken waarschijnlijk dat het antwoord op de vraag naar de aard van het geld uit het bestuderen van de economie of monetaire theorie komt, en we weten allemaal dat dit vervelende gebieden zijn—vol vergelijkingen en gespeend van een emotioneel sausje.
Ironisch genoeg is geld zelf een heel emotioneel en sappig onderwerp. In het openbaar geld op de grond gooien trekt evenveel aandacht als je kleren uittrekken. Mensen die op de financiële markten werken erkennen het feit dat de meeste geldzaken beheerst worden door sterke emoties: emoties die alomtegenwoordig, heftig, wisselvallig en overweldigend krachtig zijn. Vreemd genoeg erkennen de economische noch de monetaire theorieën de emotionele aard van geld. Om geld ‘wetenschappelijk’ te bestuderen onderdrukken ze in feite opzettelijk zijn basale emotionele aard. Wat is hier aan de hand?
Het scheppen van geld is voor het ongeoefende oog bijna onzichtbaar en lijkt veel op tovenarij. Wanneer ze erachter komen waar het geld echt vandaan komt, zijn de meeste mensen net zo ongelovig als sommige kinderen wanneer die voor het eerst horen waar kinderen echt vandaan komen. ‘Hoe is het toch mogelijk dat dat waar is?’ vragen ze zich af.
Economische studieboeken gaan over de vraag wat geld doet, maar niet over wat geld is. Door het stellen van de bedrieglijk eenvoudige vraag ‘Wat ís geld?’ krijgen we te maken met de eeuwenoude magie van geld. Dit hoofdstuk zal dit geheim onthullen door te laten zien dat geld geen ding is, maar een overeenkomst—meestal een onbewuste overeenkomst.
In de huidige maatschappij komen we niet alleen overeen om—onbewust—in het bestaande geldstelsel te participeren, maar we geven dat stelsel ook een buitengewone macht. Hier zal de aard van die macht worden onderzocht, evenals de vier belangrijkste karakteristieken van het moderne geld, die we meestal voor kennisgeving aannemen. Nationale munteenheden maken economische interactie bijvoorbeeld wenselijker met onze medeburgers dan met ‘vreemdelingen’ en cultiveren daardoor het nationale bewustzijn. Minder in het oog springend is het mechanisme van rente, waarvan we zullen aantonen dat het concurrentie tussen de gebruikers van munteenheden bevordert.