Het geld van de toekomst/Na 2020?

Uit Aardnoot
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Organisatorische vereisten

Het geld van de toekomst (369)
Bernard Lietaer

Het monetaire stelsel in 2020: een overgang met vier versnellingen

Ik verwacht dat op de lange termijn—ergens na 2020—nieuwe economische en bestuursstructuren op het volgende niveau van complexiteit zullen opkomen en dat een nieuw tijdperk van voorspelbare patronen zal terugkeren. Waarschijnlijk zullen dan andere monetaire systemen nodig zijn dan degene die in dit boek beschreven zijn. Wellicht dat we ergens in de toekomst helemaal geen geld nodig zullen hebben. Als we Jean Luc Godard van Star Trek moeten geloven, ‘bestaat geld niet in de 24e eeuw’. In de tussentijd denk ik dat we monetaire overgangssystemen nodig zullen hebben die gebruikt kunnen worden om wegkwijnende collectieve gedragspatronen opnieuw vorm te geven.

Mijn doel met dit boek is geweest om alleen te kijken naar die monetaire overgangssystemen die toepasbaar zijn voor de fase die we reeds zijn ingegaan. En het belangrijkste punt mag herhaald worden: gedurende de huidige overgangsperiode kan veel gewelddadige verstoring en pijn voorkomen worden door sociale experimenten aan te moedigen, door embryonale vormen een kans te geven om te bloeien, door hen te laten voortplanten in nieuwe patronen die al bewezen hebben effectief te zijn in het omgaan met structurele veranderingen elders in de wereld. Dit is de manier waarop de natuur al vijf miljard jaar succesvol bezig is. Kunnen we het ons veroorloven om daar niet van te leren?

Hierna volgt een beschrijving van de ontwikkeling van een monetair systeem op vier niveaus. Eén bestaat er al: de conventionele nationale munteenheid op basis van bankschuld. De ontwikkeling van de drie nieuwe geldsystemen wordt samengevat in drie tijdschema’s die laten zien dat de opkomst van deze nieuwe systemen in feite een organische ontwikkeling is van trends die al decennia aanwezig zijn, elk voorwaarts gedreven door zijn eigen logica. Verondersteld wordt dat de conventionele nationale systemen van munteenheid in staat zullen zijn om, parallel aan deze drie nieuwe niveaus, ongeveer op dezelfde manier te kunnen werken als zij nu doen. Het enige belangrijke verschil is dat zij niet meer gezien worden als het enige mogelijke spel.