Het geld van de toekomst/WIR: verschil tussen versies

Uit Aardnoot
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nulde versie)
 
(kader-221)
 
Regel 5: Regel 5:
|page=220
|page=220
}}
}}
‘WIR’60 is een Zwitsers voorbeeld van een complementaire munteenheid die voor en door een gemeenschap van individuen en kleine zakenlieden wordt gedreven. Het is om drie redenen interessant. Ten eerste is het het oudste nog werkende systeem in de moderne westerse wereld. Het werd in 1934 in Zürich opgericht door zestien leden en is sindsdien, zestig jaar lang, zowel in aantallen deelnemers als in zakelijke omvang voortdurend blijven groeien. Ten tweede geeft het aan dat complementaire munteenheden zin hebben, zelfs in het meest conservatieve en zakelijke kapitalistische land met een van de hoogste levensstandaarden ter wereld. Ten derde is het een systeem dat tot een respectabele omvang gegroeid is. In 1994, bij de 60e verjaardag van het WIR-systeem, bereikte het jaarlijkse verkoopvolume 2,5 miljard Zwitserse francs (dat wil zeggen meer dan 1,5 miljard euro). De 80.000 leden komen uit alle streken van het land. WIR werkt in vier talen en is eigenaar van een eigen bankgebouw en van zes indrukwekkende regionale kantoren.
‘WIR’{{noot|2|60}} is een Zwitsers voorbeeld van een complementaire munteenheid die voor en door een gemeenschap van individuen en kleine zakenlieden wordt gedreven. Het is om drie redenen interessant. Ten eerste is het het oudste nog werkende systeem in de moderne westerse wereld. Het werd in 1934 in Zürich opgericht door zestien leden en is sindsdien, zestig jaar lang, zowel in aantallen deelnemers als in zakelijke omvang voortdurend blijven groeien. Ten tweede geeft het aan dat complementaire munteenheden zin hebben, zelfs in het meest conservatieve en zakelijke kapitalistische land met een van de hoogste levensstandaarden ter wereld. Ten derde is het een systeem dat tot een respectabele omvang gegroeid is. In 1994, bij de 60e verjaardag van het WIR-systeem, bereikte het jaarlijkse verkoopvolume 2,5 miljard Zwitserse francs (dat wil zeggen meer dan 1,5 miljard euro). De 80.000 leden komen uit alle streken van het land. WIR werkt in vier talen en is eigenaar van een eigen bankgebouw en van zes indrukwekkende regionale kantoren.
 
{{kader
|De oprichters van WIR
|
In 1933 publiceerde Werner Zimmerman een verhandeling over ‘De bevrijding der vrouwen’, waarin hij ‘financiële compensatie voor het werk van moeders’ eiste. Vergeet niet dat dit Zwitserland is, het land dat als laatste Europese land stemrecht aan vrouwen gaf (1971). In 1935 gaf hij lezingen over ‘Stervende bossen en rivieren – de kwestie van levend water’, en in 1972 publiceerde hij Nuclear Energy – Blessing or Curse?
 
Paul Enz richtte in 1931 een stichting voor plantkunde op, waarvan de missie was: de ‘zorg en bevordering van het fysieke en ethische herstel van het gehele land’. Hij gaf ook leiding aan een winkelketen van natuurvoeding in Zürich.
 
Zimmerman en Enz hadden de theorieën van Silvio Gesell bestudeerd en besloten twee ‘kringen’ te kopiëren die deze theorieën in Scandinavië en de Baltische landen in de vroege jaren dertig hadden toegepast.  In hun eigen woorden: ‘Wat willen we? Bevredigend werk, eerlijke verdiensten en zekere voorspoed. Dat is waar alle werkende mensen in economisch opzicht naar streven en wat zij allemaal zouden kunnen en moeten hebben…’{{noot|2|61}} De naam ‘WIR’ werd door Zimmerman uitgelegd als tegenstelling van ‘Ich’ (Duits voor ‘ik’), omdat ‘wij samen als gemeenschap beter de belangen van het individu kunnen beschermen’.{{noot|2|62}}
 
Het begin was moeilijk, omdat de schepping van deze complementaire munteenheid door de pers, de banken en het meer traditionele bedrijfsleven hard werd aangevallen. Maar zij slaagden erin zo’n CHF 140.000 werkkapitaal aan te trekken, voornamelijk in bedragen van 50 en 100 Zwitserse franc. Dit was op zichzelf een opmerkelijke prestatie, overwegende dat dit plaatsvond midden in de Grote Depressie.  Het WIR-systeem begon in 1935 met ongeveer 2950 leden en bereikte een dieptepunt in 1945, toen de onlusten van de oorlog het aantal leden had doen verminderen tot 624. Na de oorlog nam het ledental jaar na jaar weer toe, bereikte 12.567 leden in 1960, 24.227 leden in 1980 en meer dan 80.000 leden nu. De meeste leden zijn individuen uit de middenklasse en ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf.  De omvang van de activiteiten is opmerkelijk gegroeid. De totale omzet bedroeg in 1973 nog slechts CHF 196 miljoen, bereikte bijna CHF 1 miljard in 1980 en wordt nu gewaardeerd op meer dan CHF 2,5 miljard. De hoeveelheid uitstaande tegoeden in 1994 stond gelijk aan ongeveer CHF 1 miljard.
}}


‘WIR’is een afkorting van Wirtschaftsring-Genossenschaft (ruwweg te vertalen als ‘Economische Onderlinge Steunkring’) en is ook het voornaamwoord ‘wij’ in het Duits.
‘WIR’is een afkorting van Wirtschaftsring-Genossenschaft (ruwweg te vertalen als ‘Economische Onderlinge Steunkring’) en is ook het voornaamwoord ‘wij’ in het Duits.

Huidige versie van 15 mrt 2009 om 12:46

Frankrijk: ‘Le Grain de Sel’

Het geld van de toekomst (220)
Bernard Lietaer

Munteenheden voor regionale ontwikkeling

‘WIR’60 is een Zwitsers voorbeeld van een complementaire munteenheid die voor en door een gemeenschap van individuen en kleine zakenlieden wordt gedreven. Het is om drie redenen interessant. Ten eerste is het het oudste nog werkende systeem in de moderne westerse wereld. Het werd in 1934 in Zürich opgericht door zestien leden en is sindsdien, zestig jaar lang, zowel in aantallen deelnemers als in zakelijke omvang voortdurend blijven groeien. Ten tweede geeft het aan dat complementaire munteenheden zin hebben, zelfs in het meest conservatieve en zakelijke kapitalistische land met een van de hoogste levensstandaarden ter wereld. Ten derde is het een systeem dat tot een respectabele omvang gegroeid is. In 1994, bij de 60e verjaardag van het WIR-systeem, bereikte het jaarlijkse verkoopvolume 2,5 miljard Zwitserse francs (dat wil zeggen meer dan 1,5 miljard euro). De 80.000 leden komen uit alle streken van het land. WIR werkt in vier talen en is eigenaar van een eigen bankgebouw en van zes indrukwekkende regionale kantoren.

De oprichters van WIR

In 1933 publiceerde Werner Zimmerman een verhandeling over ‘De bevrijding der vrouwen’, waarin hij ‘financiële compensatie voor het werk van moeders’ eiste. Vergeet niet dat dit Zwitserland is, het land dat als laatste Europese land stemrecht aan vrouwen gaf (1971). In 1935 gaf hij lezingen over ‘Stervende bossen en rivieren – de kwestie van levend water’, en in 1972 publiceerde hij Nuclear Energy – Blessing or Curse?

Paul Enz richtte in 1931 een stichting voor plantkunde op, waarvan de missie was: de ‘zorg en bevordering van het fysieke en ethische herstel van het gehele land’. Hij gaf ook leiding aan een winkelketen van natuurvoeding in Zürich.

Zimmerman en Enz hadden de theorieën van Silvio Gesell bestudeerd en besloten twee ‘kringen’ te kopiëren die deze theorieën in Scandinavië en de Baltische landen in de vroege jaren dertig hadden toegepast. In hun eigen woorden: ‘Wat willen we? Bevredigend werk, eerlijke verdiensten en zekere voorspoed. Dat is waar alle werkende mensen in economisch opzicht naar streven en wat zij allemaal zouden kunnen en moeten hebben…’61 De naam ‘WIR’ werd door Zimmerman uitgelegd als tegenstelling van ‘Ich’ (Duits voor ‘ik’), omdat ‘wij samen als gemeenschap beter de belangen van het individu kunnen beschermen’.62

Het begin was moeilijk, omdat de schepping van deze complementaire munteenheid door de pers, de banken en het meer traditionele bedrijfsleven hard werd aangevallen. Maar zij slaagden erin zo’n CHF 140.000 werkkapitaal aan te trekken, voornamelijk in bedragen van 50 en 100 Zwitserse franc. Dit was op zichzelf een opmerkelijke prestatie, overwegende dat dit plaatsvond midden in de Grote Depressie. Het WIR-systeem begon in 1935 met ongeveer 2950 leden en bereikte een dieptepunt in 1945, toen de onlusten van de oorlog het aantal leden had doen verminderen tot 624. Na de oorlog nam het ledental jaar na jaar weer toe, bereikte 12.567 leden in 1960, 24.227 leden in 1980 en meer dan 80.000 leden nu. De meeste leden zijn individuen uit de middenklasse en ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf. De omvang van de activiteiten is opmerkelijk gegroeid. De totale omzet bedroeg in 1973 nog slechts CHF 196 miljoen, bereikte bijna CHF 1 miljard in 1980 en wordt nu gewaardeerd op meer dan CHF 2,5 miljard. De hoeveelheid uitstaande tegoeden in 1994 stond gelijk aan ongeveer CHF 1 miljard.

‘WIR’is een afkorting van Wirtschaftsring-Genossenschaft (ruwweg te vertalen als ‘Economische Onderlinge Steunkring’) en is ook het voornaamwoord ‘wij’ in het Duits.

Twee van haar belangrijkste oprichters, Werner Zimmerman en Paul Enz, waren echte zieners van hun tijd (zie kader).

Er zijn twee manieren waarop een lid WIR-eenheden kan krijgen: door het verkopen van een goed of dienst aan iemand anders in de kring, of door een WIR-tegoed te krijgen van het coördinatiecentrum. Met andere woorden, de WIR is een hybride vorm van onderling krediet (als de transactie geschiedt door een goed direct te verkopen) en fiat-geld (als er een lening door het centrum wordt verstrekt). Zo’n krediet heeft een zeer lage rentevoet (1,75% per jaar). In de praktijk worden deze kredieten vaak gegarandeerd door onroerend goed of door een ander bezit. Zoals met alle munteenheden het geval is blijft vertrouwen de basis. De WIR-kredieten worden automatisch uit de circulatie verwijderd wanneer een lid een lening aan het centrum terugbetaalt.

De waarde van de WIR is gekoppeld aan de Zwitserse franc (dat wil zeggen 1 WIR = 1 CHF), maar alle betalingen moeten in WIR gedaan worden. (In technisch taalgebruik: de rekeneenheid is de Zwitserse franc, maar het betaalmiddel is de WIR.)

De leden zeggen dat zij om de volgende redenen aan WIR-ruilhandelingen meedoen:

  • het is een erg kosteneffectieve manier om zaken te doen: de commissie op verkopen die binnen WIR plaatsvinden, is beperkt tot 0,6%;
  • krediet is veel goedkoper dan in de nationale munteenheid;
  • het geeft toegang tot een vooraf geschoond en trouw klantenbestand;
  • er worden andere diensten verzorgd (direct mail, publiciteit onder de leden, publicaties en dergelijke);
  • het biedt een buffer tegen externe verstoringen, zoals een plotselinge verhoging van de rentevoet voor de nationale munteenheid, of andere economische rampen;
  • het is een manier voor kleine ondernemingen om enkele van de voordelen te verkrijgen waar anders alleen grote ondernemingen toegang toe hebben.

De WIR geeft derhalve een idee van het economisch potentieel van een complementaire munteenheid wanneer die tot volledige wasdom kan komen.