Het geld van de toekomst/Verenigd Koninkrijk
← | → |
In 1994 diende Alan Wheatly, een journalist bij Reuter, het volgende rapport in:
Manchester, Engeland
Warminster heeft zijn ‘schakels’, Tomes zijn ‘eikels’ en Manchester zijn ‘spoelen’. Het zijn munten van enkele van de ongeveer 200 plaatselijke ruilhandelsystemen (LETS) die in Groot-Brittannië zijn ontstaan, de meeste daarvan in de afgelopen 18 maanden, als initiatieven voor zelfhulp om economische activiteiten nieuw leven in te blazen in gemeenschappen die door de recessie werden getroffen. ‘Ik denk dat ze zo populair zijn geworden omdat er een tekort aan kasgeld is,’ zegt Siobhan Harpur, die werkt bij het National Museum for Labour History in Manchester en die hielp bij het opzetten van een stelsel in die stad van 3 miljoen mensen. ()
‘Minstens 40% van de economie in een stad als Manchester zal in het jaar 2000 plaatsvinden met behulp van een complementaire munteenheid,’ zegt Harpur. ‘Niemand zou nog meer dan twintig uur per week hoeven te werken in termen van sterling.’
De plaatselijke gemeenteraad moedigt het schema aan door een lening van 10.000 pond te verstrekken, terug te betalen in spoelen die de gemeenteraad zal gebruiken om kinderopvang en andere diensten te kopen. ()
Ed Mayo, directeur van de New Economics Foundation, een denkclub voor ‘alternatieve economie’, zegt dat schema’s voor complementair geld bijzonder nuttig zouden kunnen zijn bij het bevorderen van de handelsactiviteiten tussen kleine ondernemingen met weinig kasgeld. ‘Zij hebben krappe kredietlimieten en zouden goed kunnen profiteren van plaatselijke schema’s om onderling handel te drijven,’ zegt Mayo, die een LETS aan het opzetten is in Greenwich, Zuid-Londen. ()
Het zou verkeerd zijn om complementaire munteenheden af te doen als een voorbijgaande liefhebberij van vage wereldverbeteraars. ‘Sommige mensen krijgen ermee te maken omdat ze geïnteresseerd zijn in het vernieuwen van de gemeenschap,’ zegt Mayo. ‘Voor anderen is het geen hobby maar een manier van leven. Het geeft hen toegang tot goederen en diensten waar ze anders geen gebruik van zouden kunnen maken.’
Geoff Mulgan, directeur van de Demos-denkgroep, is van mening dat parallelle economieën, zoals LETS, werk kunnen verschaffen aan veel mensen die de kennis en vaardigheden missen voor wat hij noemt de op geld gebaseerde ‘eerste economie’. ‘Bovendien zullen ze waarschijnlijk beter passen binnen de cultuur van een groot gedeelte van het moderne Groot-Brittannië, en in het bijzonder in de cultuur van de jonge werklozen, dan traditionele oplossingen,’ aldus Mulgan.
Een groep toegewijde vrijwilligers stond achter de opmerkelijke informatiecampagne voor de gemeentes, waardoor het Verenigd Koninkrijk een vruchtbare bodem werd voor de inspanningen van complementaire munteenheden. In 1991 was het een groep rond LETSLINK UK, waarvan ook Liz Shepard en Harry Turner deel uitmaakten, die dit in gang zetten. Dit heeft geleid tot diverse innovaties of uitbreidingen van het oorspronkelijke model, zoals het toegenomen belang van het ‘Overzicht van Vraag en Aanbod’, of nieuwe softwareontwikkelingen. Deze pogingen werden formeel erkend met de toekenning van de Schumacher Prijs voor de ‘triomf der individuele inzet’. Ook de rol van de New Economics Foundation, een vervolg van de bijeenkomsten van The Other Economic Summit (TOES), moet worden genoemd. Enkele gespecialiseerde LETS-projecten zijn ook succesvol ontwikkeld rond kwesties van gezondheidszorg (zie kader).
Peter Baldwin, minister voor Sociale Voorzieningen in de Conservatieve regering, verklaarde op 8 december 1993: ‘In het kader van de inkomenstoets voor de Sociale Voorzieningen zullen LETS-achtige tegoeden niet worden gerekend als inkomen. LETS-achtige stelsels vormen een nuttige bijdrage van de gemeenschap, die niet kunstmatig door regelingen van Sociale Voorzieningen moeten worden ontmoedigd. Ik ben van mening dat het een goede zaak is dat klanten van de Sociale Voorzieningen de flexibiliteit hebben om aan zulke activiteiten deel te nemen. LETS-achtige stelsels vertegenwoordigen in het bijzonder een vorm van activiteiten die onze klanten helpt om in contact te blijven met de ervaringen en gewoontes van de arbeidsmarkt, en zeker ook met de arbeidsmarkt zelf.’
Dichterbij in de tijd hebben verschillende overheidinstellingen in het Verenigd Koninkrijk de positieve sociale rol die deze systemen kunnen spelen nog meer erkend.52 Onderzoek heeft inderdaad aangetoond dat LETS voor de mensen in de binnensteden die sociaal zijn uitgestoten, een belangrijke rol kunnen spelen.53 Eerste Minister Blair bevestigde dat LETS ‘de weg wijzen’ naar het opnieuw opbouwen van menselijk kapitaal en ‘voor het verband zorgen tussen het herbouwen van gemeenschappen en het opnieuw bouwen van economische mogelijkheden’.54 Toch worden tegelijkertijd dubbelzinnigheden in het belastingstelsel genoemd als een voortdurende hinderpaal voor kleine ondernemingen en zelfstandige ondernemers om hun diensten in LETS aan te bieden, waardoor zowel de kansen voor extra werkgelegenheid en de variëteit aan beschikbare middelen in deze omgeving wordt verminderd.
In 1999 zijn er meer dan 450 LETS-systemen in het Verenigd Koninkrijk werkzaam, een groei van meer dan 100% sinds het rapport van Alan Wheatley in 1994. Gemeenteraden—zoals die in Bradford, Greenwich, Redditch, Shepway, Liverpool of Leicester—hebben nu ontwikkelingsgroepen voor LETS. In totaal zijn er meer dan 100 plaatselijke overheden die, als onderdeel van hun anti-armoedestrategie, ontwikkelingsplannen voor LETS financieren door middel van het ‘Single Regeneration Budget’. Men moet echter opmerken dat, hoe indrukwekkend dit allemaal ook moge lijken, het gehele proces nog steeds marginaal is binnen het algemene economische beeld. Het betreft naar schatting 30.000 mensen en een jaarlijkse omzet van slechts 2,2 miljoen pond.55
Een andere indicatie van de diepgang van de sociale experimenten met geld die in het Verenigd Koninkrijk plaatsvinden, is dat er nu 500 kredietverenigingen (door de gemeenschap ingestelde groepen die voorraden van de ‘normale’ nationale munteenheid beheren die aan de leden kan worden geleend) in het land werkzaam zijn.56