Het geld van de toekomst/Deel I. Wat ís geld?
← |
Het geld van de toekomst ({{{page}}}) |
→ |
‘Economie gaat over geld, en daarom is het goed.’
|
En geld gaat over… wat?
|
‘Wij hebben het geld uitgevonden en we gebruiken het, maar toch kunnen we zijn wetten niet begrijpen noch zijn activiteiten beheersen.
|
Als wij over geld denken zijn we geneigd zijn basiseigenschappen, die gedurende eeuwen onveranderd zijn gebleven, voor lief te nemen. We zullen niet gauw de verborgen aannames die in ons bekende geldstelsel zijn ingebed onder de loep nemen en we zijn zelfs nog minder geneigd ze bij het zoeken naar oplossingen ter discussie te stellen.
Deel I brengt onze verborgen aannames over geld aan het daglicht. Door dit te doen brengt het ook nieuwe mogelijkheden voor onze omgang met geld aan het licht. Het gaat niet over hoe wij geld verdienen, investeren of uitgeven. Daar zijn al genoeg boeken over geschreven. Het gaat over het concept van geld en over hoe verschillende geldstelsels vorm geven aan verschillende samenlevingen.
U zult zien waarom fundamentele veranderingen in ons geldstelsel onontkoombaar zijn geworden. Hoewel deze veranderingen beangstigend kunnen lijken vanwege hun belangrijkheid, houden ze ook de belofte in van nieuwe mogelijkheden.
Het Informatietijdperk zal binnen enkele decennia onze economische en betalingsgewoontes fundamenteel veranderen. Of dit nu langzaam gaat of schoksgewijs, significante wereldwijde veranderingen op het gebied van geld zijn nu al gaande. De bekende eigentijdse managementexpert Peter Drucker stelt: ‘Elke paar honderd jaar vindt er in de westerse geschiedenis een ingrijpende verandering plaats. Binnen een paar korte decennia zal de maatschappij—haar wereldbeeld, haar fundamentele waarden, haar sociale en politieke structuren, haar kunsten en belangrijke instituties—zich herschikken, en de mensen die dan worden geboren kunnen zich zelfs geen voorstelling maken van de wereld waarin hun grootouders leefden en waarin hun ouders geboren werden. Zo’n verandering ondergaan we op dit moment.’3
Als er geen vangnet is voorbereid kan het ondergaan van zo’n ingrijpende ommezwaai heel beangstigend zijn. Vraag het maar aan een van die miljard Zuid Amerikanen, Aziaten of Oost Europeanen die nog staan bij te komen van hun eigen confrontatie met de drastische verandering in hun geldstelsel die optrad als direct gevolg van een radicale machtsverschuiving, van hun regering naar de internationale financiële markten. James Carville, die de leiding had van de campagne van Bill Clinton in 1992, merkte op: ‘Ik dacht altijd dat ik, als er zoiets als reïncarnatie bestaat, wilde terugkomen als president, of als paus. Maar nu wil ik de financiële markt zijn: je kunt iedereen intimideren.’
Niettemin geeft deze overgang ons ook ongekende mogelijkheden. Als het geld verandert, verandert er nog veel meer. Bijna alles wordt mogelijk. Met zo’n fundamentele verandering komt er ruimte voor innovaties die ver uitgaan boven wat voorgaande generaties ook maar konden bedenken.