Het geld van de toekomst/Curitiba: de Braziliaanse stad die de Derde Wereld achter zich liet

Uit Aardnoot
< Het geld van de toekomst
Versie door Martien (overleg | bijdragen) op 12 mrt 2009 om 18:19 (Nulde versie)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De PEN Exchange

Het geld van de toekomst (254)
Bernard Lietaer

Een munteenheid voor gezondheidszorg in Japan

Curitiba: de Braziliaanse stad die de Derde Wereld achter zich liet94.

In 1971 werd Jaime Lerner burgemeester van Curitiba, de hoofdstad van de staat Paraná in het zuidoosten van Brazilië. Van beroep was hij architect. Geheel typerend voor de regio was de bevolking gezwollen van 120.000 mensen in 1942 naar meer dan een miljoen toen Jaime burgemeester werd. In 1997 bedroeg het aantal inwoners 2,3 miljoen. En ook geheel typerend leefde de meerderheid van deze mensen in favelas, de krottenwijken die van karton en ijzeren golfplaten zijn gemaakt.

Een van Jaime Lerners eerste zorgen was afval. De vuilnisophaalwagens van de gemeente konden de favelas zelfs niet in komen omdat de straten niet breed genoeg waren. Daardoor hoopte het afval zich maar op en braken er allerlei ziektes uit. Een torenhoog probleem.

Omdat ze geen geld hadden om ‘normale’ oplossingen toe te passen, zoals het gebied platwalsen en straten aanleggen, bedacht Lerners team een andere manier. Op de straten aan de hoeken van de favelas werden grote metalen containers neergezet. Op de containers werden grote labels geplakt met de tekst: glas, papier, plastic, afbreekbare materialen enzovoort. Voor degenen die niet konden lezen, waren ze ook met kleuren gecodeerd. Iedereen die een vuilniszak met voorgesorteerd afval inleverde, kreeg een muntje voor de bus. Een programma op scholen om vuilnis te verzamelen gaf aan de armere leerlingen ook notitieblokken. Weldra werden de buurten schoongeplukt door tienduizenden kinderen, die al spoedig zelfs verschillende soorten plastics leerden te onderscheiden. De ouders gebruikten de muntjes om naar de stad te gaan, waar werk was.

Wat Jaime Lerner deed, was vanuit mijn standpunt het scheppen van Curitiba-geld. Zijn muntjes zijn een vorm van complementair geld. Zijn programma, ‘Vuilnis dat Geen Vuilnis is’, zou net zo goed ‘Vuilnis dat Uw Geld is’ kunnen heten.95

Tegenwoordig neemt 70% van alle huishoudens in Curitiba aan dit programma deel. Alleen al de 62 armere buurten ruilden 11.000 ton afval voor bijna een miljoen buskaartjes en 1200 ton voedsel. In de afgelopen drie jaar hebben meer dan 100 scholen 200 ton afval geruild voor 1,9 miljoen notitieblokken. Alleen al het recyclen van papier spaart het equivalent van 1200 bomen per dag.

Het moet duidelijk zijn dat Lerners team niet begon met het idee een complementaire munteenheid op te zetten. In plaats daarvan pasten zij een geïntegreerde systeemanalyse toe op alle belangrijke onderhavige kwesties en creërden uiteindelijk spontaan een complementaire munteenheid om die problemen op te lossen.

Bovendien is de afvalkringloop niet de enige vorm van plaatselijk geld die in Curitiba uit deze aanpak voortkwam. Er is bijvoorbeeld een ander systeem dat speciaal is ontworpen om het herstel van historische gebouwen te financieren, groene gebieden aan te leggen en volkshuisvesting op te zetten die niet tot financiële lasten voor de gemeente zou leiden. Het wordt sol criado genoemd (letterlijk: ‘geschapen oppervlak’) en werkt als volgt.

Zoals de meeste steden heeft Curitiba een gedetailleerd bestemmingsplan dat aangeeft hoeveel verdiepingen in elk stadsdeel gebouwd mogen worden. In Curitiba echter zijn er twee standaarden: de gewoonlijk toegestane standaard en het maximale niveau. Er wordt bijvoorbeeld een hotel gebouwd met een grondoppervlak van 10.000 vierkante meter, in een gebied waar het normaal toegestane niveau 10 verdiepingen bedraagt en het maximale aantal verdiepingen 15 is. Als de hoteleigenaar 15 verdiepingen wil bouwen, moet hij 50.000 m2 (5 x 10.000 m2) op de markt voor sol criado kopen. De stad zelf speelt alleen de rol van tussenpersoon door vraag en aanbod op die markt bij elkaar te brengen.

Maar waar komt het aanbod van deze sol criado vandaan?

Eén bron wordt gevormd door historische gebouwen. De Club Italiano bijvoorbeeld is eigenaar van een prachtig oud gebouw, Casa Garibaldi genaamd. Het onroerend goed heeft een totaal grondoppervlak van 25.000 vierkante meter maar er waren aanzienlijke restauraties nodig. De club beschikte niet over het geld dat nodig was om het gebouw te restaureren, maar omdat het gevestigd is in een gebied waar theoretisch maximaal twee verdiepingen konden worden gebouwd, verkocht het 50.000 m2 (2 verdiepingen van 25.000 m2) aan de hoogste bieder, bijvoorbeeld de bovengenoemde hoteleigenaar. De opbrengst mag door de club beheerd worden maar moet worden besteed aan het restaureren van het gebouw. Uiteindelijk betaalt dus de hoteleigenaar voor het restaureren van het historische gebouw teneinde het recht te verkrijgen de extra hotelverdiepingen te mogen bouwen, zonder financiële tussenkomst van de stad. Andere bronnen van aanbod van zulke ‘geschapen oppervlakten’ zijn groene gebieden met beschermde bomen en het bouwen van volkshuisvesting in andere delen van de stad.

Verscheidene van de nieuwste van de zestien grote parken, open voor het publiek, zijn op deze manier gefinancierd. De eigenaar van een groot stuk land kreeg het recht om de ene kant van de straat te ontwikkelen, op voorwaarde dat de overkant een openbaar park zou worden. De nieuwe huizen hebben extra waarde omdat ze op loopafstand van het park zijn gesitueerd, de mensen van Curitiba hebben er een park bij voor hun zondagse wandeling en de stad hoeft zich niet in de schulden te steken of de belastingen te verhogen om dit voor elkaar te krijgen. Iedereen wint erbij.

Vanuit ons standpunt bezien is het interessant dat deze markt voor ‘geschapen oppervlakten’ weer een soort gespecialiseerde complementaire munteenheid is, waardoor Curitiba in staat wordt gesteld openbare bezittingen te verkrijgen waar andere steden traditionele financiering voor moeten arrangeren.

Het moet nu wel bekend klinken. Telkens als er een goed ontworpen nieuw systeem van munteenheden wordt geïmplementeerd, komt er iets veel groters dan geld en economische activiteit van de grond. Wat begon als een probleem van afval en openbare gezondheid is een manier geworden om op een unieke en innovatieve manier openbaar transport en problemen met werkloosheid op te lossen. Door het creëren van de sol criado-markt kunnen aanzienlijke openbare voordelen worden verkregen zonder dat dat tot kosten voor de stad zelf leidt. Het geheim is niet dat deze stad of bevolking iets unieks heeft, maar dat een geïntegreerde systeembenadering tot complementaire munteenheden heeft geleid om de onderhavige problemen aan te pakken. Het eindresultaat is een stad waar veel dingen gebeuren die tegen de conventionele wijsheid ingaan (zie kader).

Wellicht het duidelijkste politieke signaal dat dit allemaal goed functioneert is het feit dat Jaime Lerner, telkens als hij zich bij verkiezingen kandidaat stelde, met grote meerderheid werd herkozen. Op het ogenblik is hij gouverneur van de staat Paraná. Er is een beweging op gang gekomen om hem kandidaat te stellen bij de volgende verkiezingen voor president van Brazilië.

Het verhaal van Curitiba toont aan dat er ook politieke carrières gemaakt kunnen worden in relatie tot complementaire munteenheden. Het succes van Jaime Lerner kan niet alleen worden toegeschreven aan zijn persoonlijke charisma of etnische achtergrond. Het bewijs hiervan is dat er niet één maar ten minste reeds drie politieke carrières op basis van deze ideeën zijn gelanceerd. De twee burgemeesters die Lerner opvolgden—Rafael Greca en Cassio Inaguchi, beiden met geheel verschillende persoonlijkheden en etnische achtergrond—begonnen als stafmedewerkers in het planningteam van Jaime Lerner. Wat nodig is om op deze weg te slagen, is verbeeldingskracht en het vermogen om dingen voor elkaar te krijgen.

Tot slot: de invloed van de complementaire systemen is meetbaar in economische termen. De gemiddelde Curitibano verdient 3,3 maal het landelijke minimumsalaris maar zijn echte totale inkomen is minstens nog 30% hoger (dat wil zeggen ongeveer vijfmaal het minimumsalaris). Dit verschil van 30% is inkomen dat direct wordt verkregen in niet-traditionele geldvormen, zoals het systeem van voedsel in ruil voor afval. Een andere indicatie is dat Curitiba verreweg het best ontwikkelde systeem voor sociale steun in Brazilië heeft en een van de levendigste culturele en educatieve programma’s, en toch geen hogere belastingvoet heeft dan de rest van het land.

Zelfs op het traditionele macro-economisch statistische niveau zijn er duidelijke aanwijzingen dat er in Curitiba iets ongebruikelijks gaande is. Tussen 1980 en 1995 groeide het Nationaal Product van Curitiba per inwoner 45% sneller dan in de staat Paraná of dan in Brazilië als geheel.96

Curitiba is een praktische case-study, waar 25 jaar ervaring leert dat een totale systeembenadering, die zowel de traditionele munteenheid als goed ontworpen complementaire munteenheden gebruikt, heilzaam is voor iedereen, inclusief de mensen die zich exclusief richten op de traditionele economie die gebaseerd is op de nationale munteenheden. Het stelde een stad uit de Derde Wereld in staat om binnen één generatie de levensstandaard van de Eerste Wereld te bereiken.