Het geld van de toekomst/‘Oud’ en ‘nieuw’ bankieren
← | → |
In zijn klassieker The Bankers (1974)170 vertelt Martin Mayer het volgende, waar gebeurde verhaal. Bij een bank in Virginia werd een man geëerd wegens vijftig jaar trouwe dienst. Op het feestje ter ere van zijn lange staat van dienst werd hem gevraagd ‘wat volgens hem de belangrijkste verandering was die hij in zijn halve eeuw dienstverband had meegemaakt’. De man dacht een paar minuten na, ging toen naar de microfoon en zei: ‘Airconditioning.’ In het daaropvolgende boek uit 1997, The Bankers: The New Generation, zegt Mayer: ‘Twintig jaar later doet dit verhaal prehistorisch aan. Het is nog steeds geestig, maar het is onbegrijpelijk. In deze twintig jaar is bankieren onherkenbaar veranderd. (…) Bijna niemand die tegenwoordig een baan bij een bank heeft, werkt nog op de manier waarop zijn voorgangers nog maar twintig jaar geleden werkten’.171
Bankieren is in de afgelopen twintig jaar meer veranderd dan in honderden jaren daarvoor. In de VS definieerde de wet uit 1970 inzake houdsterondernemingen van banken, een bank nog als een instelling die ‘de transactiesaldi van een gemeenschap verzamelt om die tegen rente uit te lenen aan haar commerciële ondernemingen’, een definitie die geheel consistent is met die van Adam Smith twee eeuwen eerder. In de kern geeft zij ook dezelfde ‘bankiersactiviteiten’ aan zoals die begonnen waren door de Babyloniërs en de Italiaanse goudsmeden, toen zij op hun werkbanken de lokale spaargelden verzamelden en die tegen een vergoeding uitleenden aan de zakenwereld.
Tegenwoordig zijn er nog maar weinig banken die zo werken. De meeste nog bestaande banken houden zich met andere zaken bezig. In 1996 kwam bijna 85% van de inkomsten van de bankenbedrijfstak uit andere bronnen dan verzekerde deposito’s. In plaats van leningen aan ondernemingen vormen leningen op basis van creditcards van consumenten de belangrijkste activiteit van de grootste banken (Citicorp verdient hieraan meer dan $2 miljard per jaar—meer dan de helft van haar winst). Kortom, banken halen hun geld dáár waar ze het kunnen vinden en gebruiken het voor elke winstgevende activiteit die door de wet wordt toegestaan. Zij hebben het traditionele bankieren verlaten en hebben zich gestort op ‘financiële dienstverlening’. De dieper liggende oorzaak van deze ongekende verschuiving is de invloed van het Informatietijdperk. Dat heeft de concurrerende factoren voor de kredietmarkten fundamenteel veranderd.