Het geld van de toekomst/Waarom treedt valutaspeculatie op?

Uit Aardnoot
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het wereldwijde casino

Het geld van de toekomst (401)
Bernard Lietaer

Derivaten

Deze buitengewone toename van speculatieve activiteit kan worden verklaard door drie cumulatieve veranderingen in de loop van de laatste decennia:

  1. Een structurele verschuiving: op 15 augustus 1971 verbrak president Nixon de band tussen de dollar en het goud en gaf daarmee de start van een tijdperk waarin de waarde van een munteenheid vooral zou worden bepaald door de krachten van de markt. Dit leidde tot een systematische verandering, waarbij de waarde van een munteenheid op enig moment in de tijd belangrijk zou kunnen fluctueren. Het was het begin van de ‘zwevende wisselkoersen’ en van een markt die voor hen die zich daarin goed wisten te bewegen uiterst winstgevend zou blijken te zijn.
  2. De financiële deregulatie in de jaren tachtig: de regeringen van Margaret Thatcher in Engeland en Ronald Reagan in de VS begonnen tegelijkertijd aan een ingrijpend programma van financiële deregulatie. Het Baker plan (een hervormingsprogramma dat genoemd is naar de toenmalige minister van Financiën van de VS) legde na de schuldencrisis van de ontwikkelingslanden een soortgelijke deregulatie op aan de zestien belangrijkste ontwikkelingslanden. Deze dereguleringen stelden een veel groter aantal mensen en instellingen, veel meer dan daarvoor mogelijk zou zijn geweest, in staat aan de valutahandel mee te doen.
  3. Een technologische verschuiving: parallel aan het bovenstaande leidde de computerisering van de valutahandel tot de eerste wereldmarkt die 24 uur per dag open en volledig geïntegreerd is. Deze verschuiving verhoogde de snelheid waarmee en de schaal waarop valuta over de wereld kon worden verschoven tot een heel nieuw niveau.

In de loop van zijn overzicht van 5000 jaar geldgeschiedenis wees Glyn Davies elektronisch geld aan als een van slechts twee buitengewoon belangrijke technologische innovaties op het gebied van geld. ‘Er zijn twee uiterst belangrijke veranderingen geweest, de eerste aan het einde van de Middeleeuwen toen het drukken van papiergeld het slaan van munten ging aanvullen, en de tweede in onze tijd met het uitvinden van de elektronische geldoverboeking.’184 Terugblikkend weten we dat de eerste verandering banken in staat stelde de leidende rol in geldschepping weg te halen bij de heersende koningen, maar wat zal de tweede verandering ons brengen?

Er is een titanenstrijd ontstaan inzake de beheersing van ontluikende geldvormen. Banken gedragen zich nu bijna net zoals ondernemingen op het gebied van gecomputeriseerde telecommunicatie. Maar ondernemingen die zich bezighouden met telecommunicatie, hardware en software, het verwerken van creditcards, winkelen op internet, zelfs met kabeltelevisie en supermarkten, hebben ook ontdekt dat zij veel van de diensten van banken kunnen verzorgen. Degene die de controle over de nieuwe elektronische systemen zal verwerven, zal uiteindelijk de macht verkrijgen om geld uit te geven. Zoals de bankier Sholem Rosen zei: ‘Het is absoluut nieuw, het is revolutionair—en we zouden hartstikke bang moeten zijn.’185 Als goedgeïnformeerde bankiers bang worden van de schaal en de snelheid van geldveranderingen, wat moeten wij dan wel niet?