Het geld van de toekomst/De cirkel is rond: weer terug naar u

Uit Aardnoot
< Het geld van de toekomst
Versie door Martien (overleg | bijdragen) op 11 mrt 2009 om 11:49 (Nulde versie)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Stabiel of instabiel, dat is de vraag

Het geld van de toekomst (418)
Bernard Lietaer

Bijlage A. Andere functies van het geld

We begonnen deze introductie met de vraag: hoe wordt de waarde van uw geld bepaald? Wie beslist er echt over uw spaargeld? We kunnen nu deze vragen beantwoorden:

  • De waarde van uw geld wordt uiteindelijk bepaald in een toenemend volatiel wereldcasino, waar 98% van de transacties gebaseerd is op speculatie.
  • Of uw appeltje voor de dorst nu uw huis is, een investeringsportfolio of zelfs het geld in uw portemonnee, alles is nauw verweven met het geldstelsel. Daarom zal de toekomst van uw spaargeld, welke vorm u daaraan ook geeft, in hoge mate afhangen van wat er met uw munteenheid gebeurt.
  • Zelfs als u denkt dat u niets te maken hebt met ‘financiën op wereldschaal’ omdat u niet zelf in het internationale geldspel hebt geïnvesteerd, is dit meestal een waandenkbeeld omdat uw pensioenfonds of uw bank direct of indirect met zulke activiteiten te maken heeft (zie kader).
  • Zelfs als u geen investeringen of spaargeld hebt, van welke aard dan ook, zult u erbij betrokken worden omdat uw land als geheel geraakt zal worden als ergens ter wereld geld in serieuze problemen geraakt. Figuur I.7 laat van drie landen de aankopen van buitenlandse aandelen zien als percentage van het bruto nationaal product. Duitsland bijvoorbeeld heeft nu het equivalent van tweeënhalf maal zijn totale jaarlijkse productie geïnvesteerd in buitenlandse aandelen.

De inzetten zijn enorm. In laatste instantie betekent geld vertrouwen, dat slechts leeft en sterft in de harten en gedachten van de mensen. Geldstelsels, inclusief ons huidige, zijn mechanismen en symbolen die de bedoeling hebben om dat vertrouwen overeind te houden. Historisch bezien zijn hele beschavingen op vertrouwen gebouwd, omdat dat de kern is van het zelfvertrouwen dat een beschaving nodig heeft om te groeien of zelfs te overleven. Aan de negatieve kant betekent dit: als een land het vertrouwen in zijn geld verliest, verliest ze het vertrouwen in zichzelf.

‘Het debat over de toekomst van het geld gaat niet over inflatie of deflatie, vaste of zwevende wisselkoersen, gouden of papieren standaarden; het gaat over het soort samenleving waarin het geld werkzaam moet zijn.’202