Het geld van de toekomst/Stabiel of instabiel, dat is de vraag

Uit Aardnoot
< Het geld van de toekomst
Versie door Martien (overleg | bijdragen) op 11 mrt 2009 om 11:48 (Nulde versie)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Toegenomen valutavolatiliteit

Het geld van de toekomst (414)
Bernard Lietaer

De cirkel is rond: weer terug naar u

Uit het bovenstaande kunnen we opmaken dat centrale banken zich in toenemende mate ongemakkelijk voelen. Ze hebben niet alleen te maken met een wereld van toenemende onzekerheid en valutavolatiliteit, maar ze worden ook zelf op de valutamarkten uitgerangeerd. De ‘officiële reserves’ zijn precies het equivalent van de waterreserves van een brandweerman: zij bestaan uit de reserves van buitenlandse valuta die centrale banken kunnen gebruiken om in te grijpen op de valutamarkten. Als een munteenheid onder druk komt te staan en de bijbehorende centrale bank wenst de ruilvoet te stabiliseren, kan zij de munteenheid ondersteunen door haar op de markt te kopen.

‘Het meest dramatische gebruik van reserves vond plaats in de zomer van 1992 en 1993, toen de munteenheden van de Europese Unie op de valutamarkten een massale aanval ondervonden. Ongeveer DM 400 miljard (meer dan 225 miljard euro) werd in 1992 gemobiliseerd en een kleiner bedrag in 1993. Maar ondanks al dat uitgegeven geld verloren de centrale banken en wonnen de markten.’194

Op dit moment zouden alle gecombineerde reserves van alle centrale banken tezamen (ongeveer US $1,3 biljoen, inclusief $340 miljard in goud van de centrale banken, gewaardeerd tegen huidige marktprijzen) in minder dan één dag normale handel worden opgeslokt. Vergelijk dit eens met de recente situatie van 1983 (zie figuur 1.6) toen de reserves nog een behoorlijk veilig vangnet vormden.

Zelfs mensen die profiteren van een explosieve speculatieve activiteit gaan zich ernstig zorgen maken. George Soros bijvoorbeeld, die wereldwijd als een van de grootste spelers in dit spel wordt beschouwd, zegt: ‘Vrij zwevende ruilvoeten zijn van nature instabiel; bovendien is die instabiliteit cumulatief, zodat het te zijner tijd instorten van een systeem van vrij zwevende ruilvoeten vrijwel zeker is.’195 Joel Kurtzman, economisch redacteur van The New York Times, is zelfs nog sterker in zijn oordeel. Hij noemt zijn laatste boek The Death of Money: How the Electronic Economy has Destabilized the World’s Markets and created Financial Chaos.196

Een meester van het understatement als Paul Volcker, voormalig gouverneur van de Federal Reserve, heeft zijn zorgen geuit over de groei van ‘een wereld die vóór instabiliteit is’, dat wil zeggen financiële belangen waarvan de winsten afhankelijk zijn van toegenomen volatiliteit.197 Om dit laatste punt te illustreren: een typerend commentaar van een valutahandelaar die in de Washington Post wordt geciteerd, laat zien hoe een periode van relatieve stabiliteit wordt beschouwd: ‘Zo kun je geen geld verdienen. De (…) beweging van de dollar is te beperkt. Iedereen die in de dollar of in enig andere munteenheid speculeert of handelt kan geen geld verdienen of verliezen. Je kunt niets doen. Het is verschrikkelijk.’198

Het netto effect van de handelingen van zo’n ‘wereld vóór instabiliteit’ wordt gevormd door de monetaire crises die regelmatig de koppen in de kranten halen (zie een uittreksel uit The New York Times in het kader, waarin alle sleutelspelers in het schouwspel waarin u zojuist bent geïntroduceerd, een levensgroot drama opvoeren). De vraag die niemand durft te stellen is: Wie volgt? Latijns Amerika? West Europa? China? Wanneer zal de VS, het grootste schuldenland ter wereld, het doel worden? Wat zal dat betekenen?

Dit is niet de enige uitdaging waar het geldstelsel mee te maken heeft. In hoofdstuk 3 hebben we gezien dat banken en financiële dienstverleners op het punt staan weer te veranderen, deze keer onder druk van de cybereconomie. We toonden dat marktinnovaties, zoals open financiering, het voor de toezichthouders moeilijker dan ooit zullen maken om te definiëren wat een bank is of welk soort geld zij moeten beheersen.