Het geld van de toekomst/Wat is Duurzame Voldoening?

Uit Aardnoot
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Geld als de kern van de Hogedrukketel

Het geld van de toekomst (37)
Bernard Lietaer

Waardoor wordt Duurzame Voldoening tegengehouden?

Maar er is ook nog een andere uitkomst mogelijk, een uitkomst die kan leiden naar ‘Duurzame Voldoening’. Duurzame Voldoening stelt de mensheid in staat materieel, emotioneel en spiritueel te groeien en te bloeien, zonder grondstoffen die noodzakelijk zijn voor de toekomst te verkwisten. Een synoniem zou kunnen zijn: verstandige groei. Het is karakteristiek voor een gemeenschap, land of wereldsysteem dat verstandige groei mensen de gelegenheid geeft uiting te geven aan hun hoogste creatieve roeping, zonder de vooruitzichten in te perken voor komende generaties om te genieten van dezelfde of een betere manier van leven. Het gaat erom dat we onze materiële behoeften zodanig kunnen vervullen dat we ons grote potentieel als menselijke wezens kunnen benutten.

Met zo’n fundamentele verplichting zou het als ons geboorterecht beschouwd kunnen worden dat we een eerlijke kans hebben ons echte potentieel te ontwikkelen—ongehinderd door gebrek aan geld. Duurzame Voldoening pakt zaken aan die variëren van bittere armoede in de Derde Wereld tot de kilheid van vervallen gemeenschappen in geïndustrialiseerde gebieden, van ecologische afbraak tot het onbenut laten van de mogelijkheden van een kind door gebrek aan scholing.

Duurzame Voldoening gaat níet over iets afpakken van mensen die iets hebben om het te geven aan mensen die niets hebben. Integendeel, het gaat erom dat iedereen een eerlijke kans krijgt om mee te doen aan het scheppen van nieuwe welvaart. Door de grondslagen van Duurzame Voldoening te leren, kunt u deel uitmaken van deze stille maar zeer belangrijke evolutie.

‘In tijden van buitengewone verandering falen we niet als we niet alles waarmaken waar we van zouden kunnen dromen—we falen als we niet dromen over alles wat we zouden kunnen waarmaken.’25

Hoewel Duurzame Voldoening wellicht een droom lijkt, is zij nu een reële mogelijkheid geworden. Alle zaadjes die nodig zijn, zijn uitgelopen en hebben wortel geschoten. Het verhaal van deze zaadjes, de verschillende innovaties die nu plaatsvinden binnen geldstelsels, zal hier verteld worden. U zult ook ontdekken waarom deze weg van verandering steeds aannemelijker wordt naarmate we onze tocht voortzetten door de huidige informatierevolutie van de economie van het Industriële Tijdperk naar de ontluikende waarden van het Tijdperk van Kennis.

Voor sommigen kan Duurzame Voldoening een paradox lijken. ‘Groenen’ steunen duurzaamheid, maar sommigen zijn achterdochtig als het om voldoening gaat. Het bedrijfsleven zal vóór voldoening en zelfs overvloed zijn, maar stelt wellicht vraagtekens bij de nadruk op duurzaamheid. Deze ogenschijnlijke tegenstellingen zullen worden opgelost als eenmaal de mogelijkheden van nieuwe geldsystemen volledig worden begrepen.

De volgende stelling vormt de basis van dit boek. We bevinden ons nu in een structurele verandering van het wereldsysteem, en deze verandering geeft nieuwe mogelijkheden om Duurzame Voldoening tot stand te laten komen.

Structurele verandering is formeel als volgt gedefinieerd: ‘In systeemtermen betekent het veranderen van een structuur, het veranderen van de informatieverbanden in een systeem: de inhoud en tijdigheid van de gegevens waarmee een deelnemer in het systeem moet werken, en de doelen, stimulansen, kosten en terugkoppelingen die gedrag motiveren of remmen.’26

Wat opvalt is dat we—zelfs na het vaststellen van de sleutelrol die informatiesystemen vervullen bij structurele verandering—geen nota hebben genomen van de belangrijkste van onze economische informatiesystemen, ons geldstelsel, als zijnde dé hefboom voor het in gang zetten van noodzakelijke en wenselijke veranderingen. Dat is het hiaat waarin dit boek wil voorzien.

Het feit dat veranderingen in geldstelsels gedurende een informatierevolutie in toenemende mate mogelijk zijn, zal geen verrassing zijn. Geld is het centrale informatiesysteem van de moderne maatschappij, vergelijkbaar met het zenuwstelsel in ons lichaam (zie kader). Veranderingen in een zenuwstelsel zijn relatief zeldzame maar tamelijk belangrijke gebeurtenissen in de biologische evolutie van een soort. Op dezelfde wijze heeft een verandering in de aard van ons geldstelsel het vermogen een fundamentele verandering in onze samenlevingen te bewerkstelligen.

Het is ook belangrijk om te begrijpen dat Duurzame Voldoening geen statische situatie is, maar een proces.28

Om aan dit proces deel te nemen moeten we:

  • de vooronderstellingen begrijpen waarop ons bestaande geldstelsel is gebaseerd;
  • ons bewust worden van het bestaan van andere geldstelsels, die de functies kunnen vervullen waar conventionele nationale munteenheden bewezen hebben slecht toe in staat te zijn;
  • op basis van dit begrip weloverwogen keuzes maken over welke munteenheid gebruikt kan worden voor welk soort transacties—keuzes die verenigbaar zijn met de soort relatie, wederkerig of concurrerend—die we met onze tegenpartij in een bepaalde transactie willen onderhouden.

U zult zien dat conventionele nationale geldstelsels geprogrammeerd zijn om concurrentie te produceren en schaars te blijven. Als er keuze is in muntstelsels zal het zin hebben conventionele munteenheden te blijven gebruiken voor het zakenverkeer, een auto of benzine te kopen en de telefoonrekening te betalen. Maar voor het omgaan met de buren, het verzorgen van bejaarden of voor het verbreden van de kennishorizon van uw kinderen zou u kunnen overwegen een munteenheid te gebruiken die tot samenwerking noopt. Men kan deze twee soorten munteenheden als complementair voor elkaar beschouwen, die naast elkaar gebruikt kunnen worden. Vaak kan het zelfs zin hebben ze als gemengde betalingen te gebruiken (gedeeltelijk conventionele nationale munteenheid, gedeeltelijk complementaire munteenheid).

Huidige informatietechnologieën hebben al geleid tot een opmerkelijke verscheidenheid van niet conventionele munteenheden. Sommige zijn heel bekend geworden, zoals de Frequent Flyer Miles. Oorspronkelijk was dat een eenvoudige marketingtruc om de loyaliteit van klanten op te bouwen. Maar naarmate ze steeds meer inwisselbaar werden tegen andere diensten dan vliegtickets—zoals vakanties, autohuur, hotels, zelfs tijdschriften—hebben ze zich ontwikkeld tot een ‘ondernemingsmunt’, een particuliere munteenheid die wordt uitgegeven door luchtvaartmaatschappijen. Ook zijn er niet conventionele munteenheden die als lokale munteenheden worden gebruikt, en die nog steeds door de meeste mensen als marginale eigenaardigheden worden beschouwd (LETS eenheden, Tijddollars, Ithaca uren enz.). Hiertoe horen ook de Japanse ‘verzorgingsmunt’, speciaal ontwikkeld voor de bejaardenzorg, en een Braziliaanse munteenheid voor de herverwerking van huisvuil. Al deze niet traditionele munteenheden zijn prototypen van de komende geldrevolutie.

De toekomst van het geld is daarom niet alleen gelegen in de voortschrijdende computerisering van onze conventionele munteenheden—zoals dollars, euro’s en yen—door middel van smartcards en andere nieuwe informatietechnologieën. Die veranderingen zullen zeker plaatsvinden. Maar dezelfde informatietechnologieën maken het ook mogelijk dat niet conventionele munteenheden dagelijks gebruikt gaan worden en nieuwe hulpmiddelen opleveren om het hoofd te bieden aan enkele van de meest urgente uitdagingen, zowel lokaal als wereldwijd.

Duurzame Voldoening is echter slechts een van de mogelijke uitkomsten van de huidige transformatieperiode. Het is een ontwikkeling die niet automatisch plaatsvindt, noch voorbestemd is. Het vereist een verandering in onze perceptie van onze relatie met geld, de eerste verandering in eeuwen.

Houd wel in de gaten dat geen van de hier voorgestelde benaderingen een permanente oplossing inhoudt. Het zijn daarentegen gereedschappen voor verandering, nuttig voor misschien de komende tien tot twintig jaar, naarmate we verschuiven van het Industriële Tijdperk naar een Kennistijdperk. We leven nu in een interval, een heel oncomfortabele tijd als we (samen met filosoof Thomas Berry) beseffen dat ‘we tussen twee verhalen in leven. Het Oude Verhaal werkt niet meer naar behoren en het Nieuwe Verhaal hebben we nog niet geleerd.’ Dit boek richt zich op wat we in dit interval ‘tussen twee verhalen’ kunnen doen.